Op basis van de hiervoor beschreven verwachtingen over 2023 en de jaren daarna is een doorrekening gemaakt van het begrote verloop van de grondexploitaties. Dit is als het ware een ‘lichte’ actualisering van het MPGA, met de kennis die we halverwege het lopende jaar hebben. We kunnen daarmee een voorspelling doen van het verwachte verloop van het weerstandsvermogen, waarmee we inzicht krijgen in de verwachte afdracht aan de algemene dienst in 2023. Bij de Programmarekening 2023 weten we wat er werkelijk afgedragen kan worden.
We onderscheiden hierbij het ‘harde’ en het ‘zachte’ weerstandsvermogen. Het zachte weerstandsvermogen is het vermogen dat wij in de toekomst nog verwachten te verdienen. Het harde weerstandsvermogen is het vermogen dat al verdiend is. Een deel van dat geld moeten wij reserveren om risico’s op te kunnen vangen. Op basis van de tussentijdse actualisatie verwachten we dat het vrij beschikbare saldo van het harde weerstandsvermogen uitkomt op circa € 6,6 miljoen (vóór vennootschapsbelasting). Dit bedrag kan dan vrijvallen ten gunste van de algemene dienst. Kanttekening daarbij is dat we over de fiscale winst van het grondbedrijf nog VPB moeten betalen. Hier houden we in de begroting al rekening mee.